Moeten we niet volop gaan voor een lokale circulaire verpakkingseconomie?

Als verpakking geen afval maar grondstof wordt

De verpakkingseconomie kampt met vele uitdagingen. Duurzaamheid als motor voor innovaties botst geregeld met de zoektocht naar lage prijzen. Snelle oplossingen zijn gemakkelijk maar doordachte concepten bieden vaak echte voordelen. Papier en karton scoren sterk als het over creatie van verpakkingen gaat en de promotie van de circulaire economie. Zeker als die lokaal geproduceerd worden. Moeten we dus niet volop gaan voor een lokale circulaire verpakkingseconomie?

De zoektocht naar meer duurzame verpakkingen

Het uitladen van de wekelijkse boodschappentas is vaak het ogenblik waarop je vaststelt hoeveel verpakkingsmateriaal er gebruikt wordt. Een bezoek aan een take-away zaak of een blik op de geleverde maaltijdbox doen je wenkbrauwen fronsen. Genoegzaam bekend zijn inmiddels de van plastic vergeven zeeën en waterlopen. De consument roept steeds luider om minder plastic, minder verpakkingsmateriaal en meer aandacht voor hoe de verpakkingssector hiermee omgaat.

De gehele industrie is op zoek naar antwoorden. Enerzijds om het eigen businessmodel te beschermen en anderzijds uit oprechte overtuiging dat oplossingen noodzakelijk zijn. In hun zoektocht maar meer ethische producten worden verpakkingen uit alternatieve materialen ingevoerd. Plastic vensters staan ter discussie en het woord ‘bio’ is nooit eerder zoveel gebruikt bij omschrijvingen van nieuwe materialen. Hergebruik van bestaande verpakkingen kent een hoge vlucht. Al is dat vooralsnog beperkt bij voedingsproducten.

Verpakkingen zorgen ervoor dat producten langer vers blijven, goed en hygiënisch gepresenteerd zijn en ook veilig vervoerd worden. Dat betekent echter niet dat een verpakking, zoals dat vroeger was, alleen maar als afval beschouwd kan worden. Het beogen van gebruikte verpakkingen als een nieuwe grondstof is een visie die vandaag veel navolging krijgt. De andere visie is het volledig afbreekbaar maken van gebruikte materialen, en dat zelfs tot thuis in de tuin. Het maken van de juiste keuze voor de toekomst is best lastig.

Doorheen het ingewikkelde bos van grondstofleveranciers, fabrikanten, importeurs en groothandels is het moeilijk om duidelijk de individuele bomen te zien. Te meer daar het aantal keurmerken, claims en nieuwe materialen alleen maar toeneemt. De zoektocht naar duurzame verpakkingen is immers even goed een verderzetting van het gevecht om marktaandeel. In een nog sterk versnipperde sector wil iedereen zijn stuk van de taart. Lage prijzen worden vaak als eerste wapen in de strijd gegooid. En dat maakt het er niet gemakkelijker op om duurzaamheid na te streven.

Wil de consument trouwens meer betalen voor een verpakking die een pak ecologischer is? Die prijselasticiteit blijkt enigszins beperkt te zijn. Er worden al taksen geheven om onze afvalberg verantwoord op te ruimen. De communicatie over het duurzaamheidsthema is niet eenvoudig. Het eindresultaat, de impact van de finale verpakking op het milieu, staat vaak in de belangstelling. Maar factoren zoals de hoeveelheid CO2, het gebruikte aantal liters water, de uitstoot van fijne stofdeeltjes en de inzet van fossiele grondstoffen worden zelden genoemd (zie hier een mooi voorbeeld uit een studie van EPPA). De verpakkingsindustrie staat voor een grote uitdaging.

Het Europese circulaire model

Europa ziet de manier waarop we met materialen omgaan duidelijk als een circulair model. De focus ligt op het zo veel mogelijk in de keten houden van materiaal als een te hergebruiken grondstof. Als een van de bouwstenen van de European Green Deal werd het Circular Economy Action Plan (CEAP) gelanceerd. Het focust op meer bewustwording bij consumenten, minder afval, meer duurzame producten en een duidelijke drang om die circulaire economie op gang te trekken. De uitdaging hierbij is om klimaat en concurrentievermogen te verzekeren voor de toekomst.

Met betrekking tot verpakkingen zitten er meerdere aspecten in dat plan. Allereerst zijn herbruikbare verpakkingen en het verlengen van hun levensduur een voornaam item. Dit kan uiteraard niet altijd en dan komt recycleren als volgende actiepunt naar voren. Het investeren in meer recyclagemogelijkheden zal het aandeel van gerecycleerde grondstoffen in eindproducten doen toenemen. Daartegenover staat dan het bannen van materialen voor eenmalig gebruik. Ook digitalisering en het concipiëren van producten als een dienst zijn cruciale thema’s in het plan.

In 2030 moeten alle verpakkingen herbruikbaar of recycleerbaar zijn op een economisch haalbare manier. Dat is het concrete doel zoals in het CEAP geformuleerd. Dit betekent minder verpakkingen gebruiken maar ook nadenken over het design ervan om ze opnieuw in te zetten of makkelijker te recycleren. Voor plastic zijn er duidelijke richtlijnen over het terugdringen van microplastics. Composteerbare materialen zijn aanvaardbare oplossingen maar de claim mag niet misleidend zijn en leiden tot zwerfvuil waarvan de afbraaktijd ontoereikend is.

Bij voedingsverpakkingen is voedselveiligheid de bijkomende uitdaging. Het is namelijk van het grootste belang om eten en drinken te verpakken zonder chemische of microbiologische onzuiverheden. Bij gerecycleerde materialen is dat lastig. Het opzetten van gescheiden stromen kan hierbij een route voor de toekomst zijn. Net als het reduceren van de complexiteit van verpakkingen en het verbeteren van sorteermogelijkheden. Consumenten zijn het startpunt van een dergelijk proces. Daarna volgt het, niet te onderschatten, herdenken van de keten.

Het Europese plan is gericht op diverse productgroepen, waaronder ‘packaging’, en getuigt van veel initiatieven. Elke lidstaat zal dit in wetgeving vertalen en zijn burgers informeren. Belangrijk is echter dat de hele industrie volgt. Het kluwen van materiaalproducenten, verpakkingsmakers, importeurs en handelaars moet mee. Op een economisch leefbare manier. Worden bedrijven in de toekomst gestimuleerd om de juiste weg in te slaan of is het de verhoging van het statiegeld en andere taksen, zoals bv. in Nederland en Duitsland, die ons op het circulaire pad zal brengen?

De voordelen van papier en karton

Vandaag de dag lijkt het alsof plastic de grote boosdoener is. In de huidige sfeer van ‘plastic bashing’ worden papier en karton snel als beste alternatief genoemd. Dat is deels waar al hebben mensen het ook moeilijk hebben met het idee dat bomen gerooid worden voor het maken van papier. Het is echter een mythe dat de papier- en karton-business verantwoordelijk is voor het verdwijnen van bossen. De industrie maakt gebruik van de bijproducten zoals kruinen, klein hout of afval uit zagerijen.  Tropisch hardhout is trouwens ongeschikt als grondstof voor verpakkingen of papier.

Bomen kan je planten en dat maakt van bossen een hernieuwbare grondstof. Wouden zijn enorm belangrijk voor ons klimaat en onze gezondheid. Duurzaam bosbeheer zorgt ervoor dat jonge bomen worden geplant wanneer oude worden gekapt. Dit wordt gereglementeerd en gecertificeerd door organisaties als FSC en PEFC. Houtvezels zijn dus hernieuwbaar, fossielvrij en recycleerbaar. Bovendien wordt hout gebruikt voor hernieuwbare kleefstoffen op basis van lignine (een stof uit de celwand van planten en bomen) maar bijvoorbeeld ook als bron van biologische kunststoffen.

Papiervezels zijn heel gemakkelijk te recycleren en dat kan 7 tot 10 keer. Dat maakt ze erg waardevol als circulaire grondstof. Productie van gerecycleerd papier vraagt trouwens veel minder energie. Die energie is overigens een ander voornaam aspect in de keten. Om papier te maken is er zeer veel water en energie nodig. Papierproducenten doen enorme investeringen in hernieuwbare energie, vermindering van CO2 uitstoot en het terugbrengen van het gebruikte gezuiverde water in de natuur. De transitie naar fossielvrije productie is van even grote waarde dan de gebruikte grondstoffen.

Volledig hernieuwbare verpakkingen van cellulosevezels gaat dus veel verder dan enkel de belofte plastic-vrij te zijn. Sommige kunststoffen, zoals PET, worden ook beschouwd als makkelijk te recycleren omdat ze uit mono-materiaal bestaan, namelijk een enkele soort plastic. De wetgever zal dit soort verpakkingen stimuleren en zet ook in op het sorteren en recycleren ervan. In samenwerking met de gehele waardeketen wil de Circular Plastics Alliance een boost geven aan het gebruik van gerecycleerd plastic binnen de Europese Unie. Veel plastic bestaat echter uit meerdere lagen van verschillend materiaal gelet op bepaalde functionaliteiten van verpakkingen.  

Papier en karton worden in verband met functionele eigenschappen soms genoemd als nadelig als men spreekt over barrières die bijvoorbeeld moeten zorgen voor een betere bewaring van voedingsproducten. Het combineren van polymeren en cellulosevezels heeft inderdaad een negatieve impact op recycleerbaarheid. Daarom kennen plantaardige oplossingen een grote opmars. Vegetale coatings met diverse toepassingen zijn steeds meer ingeburgerd bij papier- en kartonverpakkingen. Hetzelfde zien we met inkten en vernistoepassingen.

Geschikte recyclage oplossingen voorhanden?

Recycleren van verpakkingen maakt dat we kostbare materialen in de keten houden als nieuwe grondstoffen voor andere verpakkingen of producten. Daarvoor is op de eerste plaats een efficiënt inzamelsysteem nodig. België is op vlak van het sorteren en ophalen van huishoudelijk afval absoluut een van de wereldkampioenen. De omliggende landen scoren ook hoog. Gezien verpakkingen zelden allemaal uit hetzelfde land komen dan waar ze gebruikt worden, is een Europese aanpak zeker nodig. Een richtlijn zoals de Single Use Plastics Directive promoot en verplicht ook recyclage.

Fost Plus gaat in België 3 nieuwe recyclagecentra bouwen voor plastic huishoudelijk afval. Hierdoor kan er extra plastic afval opgehaald worden dat passeert via een van de vijf sorteercentra. Hiermee komen de doelstellingen uit de European Circular Economy Package sneller dan verplicht in zicht. Tegelijkertijd betekent deze hoogtechnologische investering een acceleratie in de verschuiving naar beduidend meer r-PET drankverpakkingen. Ook aan gemengde restfracties wordt gedacht. ECO-oh! Group zal dit in België voor zijn rekening nemen.

In het Groothertogdom Luxemburg werd de Europese ambitie vertaald naar een plan dat als naam ‘de derde industriële revolutie’ meekreeg. Hierin is recyclage een belangrijke hefboom maar niet het eindpunt van circulariteit. Ambities op vlak van meer recycleren in het kleine land zijn er duidelijk wel. Valorlux heeft met een programma ‘Be The Change’ de campagne op gang getrokken om meer gesorteerd afval op te halen en te recycleren. Maar ook om het gedrag van de Luxemburgers te wijzigen en minder verpakkingen te gebruiken.

De stichting Recycling Nederland roept op om voor 100% te gaan. Nedvang registreert en stimuleert de inzameling alsook de recycling van verpakkingsafval in Nederland. De Vereniging Afvalbedrijven wil de overgang naar circulaire economie aanmoedigen en benoemt recycleren als een onmisbare schakel in zijn visiedocument ‘Vol van Waarde’. Met een recyclage van 80% (bron: CBS) van het afval behoort Nederland tot de koplopers. De volgende stap is om meer van deze grondstof terug in de Nederlandse economie te brengen.

Frankrijk zit op een recyclingpercentage van 70% (bron: CITEO). Ook Franse sorteer- en recyclagecentra zijn goed uitgerust om afvalstromen als nieuwe grondstof aan te bieden. Geschikte recyclagecentra zijn hier dus voorhanden. Sorteren is een primordiale stap in dit recyclageproces. Maar ook duidelijke communicatie. Dat is bij innovaties soms een issue. Nieuwe biologische waxen op papier en karton worden als recycleerbaar gekenmerkt na labotesten. In werkelijkheid zal het gebruikte type van de waslaag bepalen of de huidige technologie dit echt kan verwerken.

Wat met composteerbare verpakkingen?

Er zijn tal van voorbeelden van verpakkingen met de vermelding biologisch afbreekbaar/biodégradable. De term biologisch afbreekbaar verwijst naar een product – organisch materiaal – dat in staat is om in een gunstig milieu te worden afgebroken. Een composteerbaar product is ook biologisch afbreekbaar. Vaak gaat het hier wat verpakkingen betreft over industriële composteerbaarheid. Dit gebeurt bij een vochtigheidsgraad van 70% en aan temperaturen van 70°C à 80°C. Na enkele weken is er dan compost gevormd.

Verwarring ontstaat er wel bij de consument die de vermelding biologisch afbreekbaar interpreteert als een teken van natuurlijke composteerbaarheid en dus denkt dat hij zijn verpakking in de natuur mag dumpen. Daarom hebben landen als België en Frankrijk deze vermelding al verboden om nog meer zwerfvuil tegen te gaan. Thuis composteerbaar is een nieuwe trend. Dit wordt vastgesteld en gecertificeerd aan de hand van labotesten die bestaan uit 4 fasen. In de eerste fase meet men de aanwezigheid van verschillende stoffen waarvan bekend is dat ze schadelijk zijn voor het milieu.

De volgende fase van de labo-analyse op thuiscomposteerbaarheid gaat na of een materiaal biologisch afbreekbaar is. Daarna volgt een fase waarin verpakkingen worden geplaatst in een referentiecompost. Uiteindelijk wordt er getest of de gemaakte compost de plantengroei niet schaadt. Na pakweg een jaar dure testen kan een verpakking dan het thuis composteerbaar certificaat vermelden. Er moet gezegd worden dat de labotesten gebeuren aan een hoge vochtigheidsgraad en temperatuur. Bovendien worden verpakkingen dan in kleine stukjes geknipt.

In realiteit is een thuis composteerbare verpakking pas na minstens 6 maanden in de natuur verdwenen. Eigen experimenten wijzen zelfs op meer dan een jaar. Vandaag vinden we verpakkingen in de markt die thuis composteerbaar zijn met een vegetale coating op basis van palmolie. De verwoestende effecten van palmolie op de regenwouden zijn helaas genoegzaam bekend! Ook verpakkingen met enkel de vermelding ‘100% composteerbaar’ zijn compleet onduidelijk over hoe en waar dit dan is. Is het dus eigenlijk wel een goed idee om een label te maken dat aangeeft dat een verpakking in de natuur gegooid mag worden?

De Europese Unie heeft in 2015 een studie besteld naar aanleiding van het groeiend aantal verpakkingen dat op de markt wordt gebracht als biologisch afbreekbaar of ‘thuis composteerbaar. Deze studie beoordeelt de gevolgen van het gebruik van dergelijke producten en benoemt de randvoorwaarden waarin industriële of thuiscomposteerbaarheid van verpakkingen van toegevoegde waarde is. Uit de resultaten blijkt dat er weinig bewijs is dat composteerbaar materiaal een agronomisch voordeel oplevert en dat bij de materiaalkeuze voor producten en verpakkingen dus voorrang moet worden gegeven aan recycleerbaarheid boven composteerbaarheid.

Lokaal heeft een pak voordelen

Duurzaamheid in de gehele keten kan tevens op vlak van vervoer en productie bekeken worden. De voorbije decennia is er veel maakindustrie van verpakkingen van het westen naar het oosten verschoven. Dit heeft te maken met de continue zoektocht naar verpakkingen aan een lagere prijs. Verpakking werd immers lang enkel als een kost beschouwd, een noodzakelijk item dat uiteindelijk als afval eindigt en dus zo goedkoop mogelijk moest zijn.  Zodra verpakkingen als waardevolle grondstof worden beschouwd, verandert het hele verhaal.

In een circulaire gedachte is lokale productie op de eerste plaats een kwestie van gemakkelijkere, snellere vervoersstromen met veel minder CO2 uitstoot. Bovendien win je door lokaal te produceren enorm aan flexibiliteit. Kleinere productieruns kunnen sneller geleverd worden dan de volle container die wekenlang onderweg is uit het oosten. Bovendien dient men in een eerlijke vergelijking de totale kost mee te nemen dus bijvoorbeeld ook die van het vervoer van grondstoffen naar het buitenland, de extra opslag van grote aantallen goederen en logistieke trajecten.

Het optimaal afstemmen van productie, logistiek en kwaliteitscontrole op een lokaal niveau kan meteen tot hogere rendementen leiden. Het snel inspelen op wijzigende marktomstandigheden levert een competitief voordeel op. Innovaties stromen vlotter de markt in en lijnbezettingen zijn flexibeler in te vullen. Proximiteit is ook handig op vlak van de personalisatie van papier en karton. Verpakking als communicatiedrager zit namelijk in de lift. Denk bijvoorbeeld maar aan de groei van e-commerce en de toename in food delivery of take-away.

Een circulaire benadering van verpakkingen gaat best gepaard met controles. Zowel de instroom van grondstoffen, de manier van produceren en transformeren maar ook de vermelding op de eindverpakking hebben baat bij transparantie en certificatie. Dit is ter plaatse veel eenvoudiger te organiseren. De in de sector bekende voorbeelden van nep-certificaten uit bepaalde landen spreken voor zich. Meer productie dichtbij houdt ook in dat de recuperatie van de te recycleren stromen simpeler wordt. Circulair design van packaging gelet op de lokale keten wordt een trend.

De consument ontdekt in deze crisistijden de voordelen van lokale productie. Hij is zelfs bereid er wat meer voor te betalen. In verpakkingen is dat zelfs verwaarloosbaar. Het verschil in productiekost van een papieren zak tussen Europa en China bijvoorbeeld ligt gemiddeld op €0,003 per stuk en dat verschil wordt elke dag nog kleiner door prijsstijgingen in containerkosten. Pure prijskopers moeten zich afvragen of een consument niet bereid zou zijn om dit te betalen voor een zak die lokaal meerdere keren gerecycleerd kan worden. Een kortere keten maakt onze economie ook weerbaarder. En initiatieven van lokale productie zorgen altijd voor nieuwe ideeën.

Het is tijd voor een lokale circulaire verpakkingseconomie

Als je alles optelt dan is lokaal produceren niet eens duurder, en wellicht zelfs goedkoper, dan volle containers van ver buiten Europa te laten aanrukken. Een visie op verpakking als afval, en dus als kost, is eigenlijk voorbijgestreefd. Dankzij de vele ontwikkelingen op vlak van sorteren en recycleren maar mede ook door technologische vooruitgang zijn er oplossingen beschikbaar. In mono-materiaal als het over plastic gaat legt men momenteel een duidelijke focus op PET.

Nog interessanter echter zijn verpakkingen in papier en karton. Vanuit duurzaam bosbeheer gecombineerd met een steeds groenere productiewijze is deze grondstof gegarandeerd fossielvrij en steeds hernieuwbaar. Bovendien draagt een duurzaam bosbeheer bij aan ons klimaat. Een transformatie van papiervezels in bruikbare verpakkingen die lokaal en milieuvriendelijk gebeurt draagt bovendien niet alleen bij aan onze leefomgeving maar eveneens aan de lokale economie.

En lokale productie van verpakkingen maakt ophalen en recycleren nog gemakkelijker. Recyclage is, naast hergebruiken van verpakkingen, de beste manier om bij te dragen aan een duurzame toekomst op basis van circulaire economie. Cellulosevezels zijn namelijk veel te waardevol om in de natuur te gooien of te verbranden. Gebruikt papier- en karton als nieuwe grondstof verlegt de focus van prijs naar waardevolle bijdrage. Dat is de weg die door Europese en lokale overheden wordt gewezen. Het is dus de hoogste tijd voor een lokale circulaire verpakkingseconomie.